Als je aftrekposten wilt opvoeren, moet je wel alle bonnetjes bewaren.

Het is een open deur, maar niet alle ondernemers doen het: bonnetjes bewaren en meewerken met de Belastingdienst als die bewijzen wil zien voor de opgevoerde kosten.

Onlangs stond een ondernemer voor de rechter, omdat de Belastingdienst zijn aangifte niet accepteerde. In de aangifte claimde hij een verlies van 307.000 euro.

Nadat de Belastingdienst had gevraagd om een nadere specificatie van de kosten die tot het verlies hadden geleid, volstond de ondernemer met het sturen van facturen tot een totaalbedrag van 30.000 euro. Terwijl hij alleen al aan autokosten 74.000 euro claimde.

Verlies verrekenen

Nu kun je als je verlies maakt geen belasting terugkrijgen, zoals bij een negatieve btw-aangifte. Maar je kunt een verlies wel verrekenen met de winst over het voorgaande jaar of winsten in de toekomst.

Je moet eerst kijken of je het verlies kunt afboeken van de winst in het voorgaande jaar - 'carry backward' of achterwaartse verliesverrekening. Als er dan nog verlies over is, mag je dat saldo gebruiken om de belastbare winst in de toekomst te verlagen. Dat heet 'carry forward' of voorwaartse verliesverrekening en kan tot maximaal negen jaar vooruit.

Een verlies kan daarom een waardevol bezit zijn. Maar dan moet je wel kunnen aantonen dat er meer uit is gegaan dan er is binnengekomen. En dat lukte deze ondernemer niet.

Na enig aandringen door de Belastingdienst had hij een uitdraai van de winst- en verliesrekening, een aantal kopieën van facturen, een aantal loonstrookjes en een uitdraai van een afschrijvingsstaat opgestuurd. Maar hij kon voor ruim een kwart miljoen euro aan kosten niet hard maken dat hij die daadwerkelijk had gemaakt.

Onderbouwing vereist

Het argument van de ondernemer dat het ondoenlijk is om alle facturen te kopiëren, overtuigde niet bepaald. De rechter vond dat van een ondernemer kan worden verwacht dat hij afgetrokken bedragen onderbouwt.

Bovendien bleek tijdens de rechtszaak dat het om slechts drie ordners met stukken ging. Doordat de ondernemer ook steeds met grote vertraging reageerde op verzoeken om informatie, vermoedde de Belastingdienst dat de administratie van de onderneming niet op orde was en geen betrouwbare grondslag voor de winstberekening vormde.

De rechter was het daarmee eens; hij vond dat de Belastingdienst terecht het verlies had verlaagd naar 26.000 euro.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl